woensdag 8 oktober 2014

Machieldam 8-10 19.19

Ook groeiende uitzendsector kampt met marktveranderingen

Binnen de zakelijke dienstverlening maakt de uitzendsector de grootste groei door. Toch hebben ook uitzendbedrijven te maken met structurele factoren die de markt negatief beïnvloeden. Nieuwe bedrijfsmodellen zijn nodig, maar zullen op korte termijn nog weinig resultaat opleveren.
Ook groeiende uitzendsector kampt met marktveranderingen
Dat blijkt uit de analyse Zakelijke dienstverlening van ABN Amro, uitgevoerd door het  Economisch Bureau Nederland.

Uitzendbureaus sterkste groei
Dankzij het economisch herstel nam in het eerste halfjaar van 2014 de omzet in de zakelijke dienstverlening met gemiddeld 3,0% per kwartaal toe (joj). Uitzendbureaus toonden de sterkste groei en wel met gemiddeld 3,7% per kwartaal (joj).

Structurele ontwikkelingen
Sinds de grote recessie hebben structurele factoren steeds meer een ongunstige invloed op de markt van zakelijke dienstverleners. Zakelijke dienstverleners hebben te maken met de volgende structurele ontwikkelingen:
Afnemers wensen in toenemende mate eerlijke en heldere tarieven: klanten gaan niet meer zo maar akkoord met de prijs voor een verleende dienst. Ze willen weten hoe een tarief is opgebouwd en of zij terecht is.
Afnemers willen alleen betalen voor een dienst die waarde toevoegt aan hun bedrijf: wanneer de zogenaamde toegevoegde waarde laag is, willen cliënten daar niet veel voor betalen, nemen ze de dienst niet af of gaan ze het zelf doen
De technologie ontwikkelt zich snel en grijpt steeds meer in op bedrijfsvoering, denk aan software programma's, internet toepassingen en social media.

Nieuwe business modellen
Ook uitzendbureaus komen daarom met nieuwe bedrijfsmodellen, bijvoorbeeld door hun deskundigheid aan te bieden voor het oplossen van problemen van hun afnemers. Uitzendbureaus bieden hun klanten oplossingen aan voor diverse problemen op arbeidsgebied, zoals het aantrekken en het opleiden van arbeidskrachten en het beheer van het bestand van flexibele werknemers.
Door deze strategie schuiven uitzendbureaus op richting een partnerschap met hun afnemers, neemt de kennisintensiteit van hun diensten toe en vergroten ze hun toegevoegde waarde.
Toch zal dit op korte termijn volgens ABN Amro nog weinig compensatie bieden aan de structurele druk op de markt. Een nieuwe rol vereist namelijk ook een investering in kennis en vaardigheden van het personeel en vaak ook in ICT. Daarnaast betreedt men gebieden waar specialisten al actief kunnen zijn en moeten afnemers ervan overtuigd worden dat de nieuwe dienst echt leidt tot betere resultaten binnen hun bedrijf.

Bron: ABN AMRO

Machieldam 8-10 14.31


Machieldam 8-10 12.16


Machieldam 8-10 12.15


Machiel Dam 8-10 11.57


Machiel Dam

UWV: WGA-premie stabiel, lichte stijging ZW-premie

De gemiddelde WGA-premie van UWV is stabiel op een laag niveau en is voor volgend jaar berekend op 0,48 procent. De gemiddelde premie ZW-flex kent een lichte stijging en is bepaald op 0,35 procent in 2015.
UWV: WGA-premie stabiel, lichte stijging ZW-premie
Foto: 123 RF
UWV ziet een deel van de werkgevers terugkeren uit het eigenrisicodragerschap om de WGA weer publiek te verzekeren. Bij de Ziektewet verkiezen met name grote werkgevers het eigenrisicodragerschap boven de publieke verzekering.

WGA-vast
Het marktaandeel van eigenrisicodragers voor de WGA-verzekering is dit jaar afgenomen met vijf procentpunt tot 46 procent van de loonsom. UWV verwacht dat het marktaandeel van eigenrisicodragers volgend jaar afneemt tot 43 procent, omdat de UWV-premies zich nog steeds gunstig verhouden tot de marktpremies. Op dit moment zijn 78.000 werkgevers eigenrisicodrager voor de WGA-vast (gezamenlijke loonsom € 89 miljard). Vorig jaar waren 85.000 werkgevers eigenrisicodrager (loonsom € 97 miljard).

ZW-flex
Een omgekeerde beweging is zichtbaar in het marktaandeel van de ZW-flex. Daar is het aantal eigenrisicodragers toegenomen tot 24 procent van de loonsom (was 6 procent in 2013). Voor volgend jaar verwacht UWV dat de stijging van het marktaandeel van eigenrisicodragers doorgroeit naar 34 procent. Met name grote werkgevers worden eigenrisicodrager. In 2014 zijn 5.300 werkgevers eigenrisicodrager (loonsom € 47 miljard). In 2013 waren dit er 1.500 (loonsom € 12 miljard).

Stabiele premie WGA-vast
Het gemiddelde premiepercentage voor vaste dienstverbanden (WGA-vast) blijft evenals de voorgaande jaren stabiel. De premie daalt licht van 0,49 procent in 2014 naar 0,48 procent in 2015. Dat de premie stabiel blijft, ondanks dat de lasten stijgen, komt door een aanzienlijk aantal werkgevers dat het eigenrisicodragerschap heeft verruild voor een publieke verzekering bij UWV. Deze werkgevers hebben hun lopende uitkeringen al gefinancierd en beginnen daarom bij UWV met een lage premie. Werkgevers die al bij UWV verzekerd zijn, zien hun gemiddelde premie wel licht stijgen van 0,49 naar 0,51 procent.

Premie WGA-flex stijgt
Het gemiddelde premiepercentage van de WGA voor flexibele dienstverbanden (WGA-flex) stijgt van 0,17 procent in 2014 naar 0,24 procent in 2015. De premie wordt gestort in de Werkhervattingskas, van waaruit de WGA-flexuitkeringen ontstaan vanaf 2012 worden betaald. Een premiestijging is gebruikelijk bij een nieuwe verzekering en is dan ook ingecalculeerd. De komende jaren zal de stijging afvlakken. Tegenover deze stijging van de premie WGA-flex staat een daling van de premies voor de Sectorfondsen waaruit de uitkeringen ontstaan vóór 2012 worden betaald.

Lichte stijging premie ZW-flex
Het gemiddelde premiepercentage ZW voor flexibele dienstverbanden (ZW-flex) stijgt licht van 0,31 procent in 2014 naar 0,35 procent in 2015. Door een sterke toename van het aantal eigenrisicodragers en een verwachte verdere toename volgend jaar neemt de totale loonsom van de bij UWV-verzekerde werkgevers af. De uitkeringslasten nemen door deze beweging ook af, maar iets minder. Dit komt doordat werkgevers die eigenrisicodrager worden gemiddeld een iets lager ZW-risico hebben dan werkgevers die bij UWV blijven. Doordat de loonsom harder daalt dan de uitkeringslasten stijgt de gemiddelde premie.

De premies zijn te vinden in de UWV Premienota 2015.

Machiel Dam

Permalink voor ingesloten afbeelding

dinsdag 7 oktober 2014

Machiel Dam

USG People neemt Netwerven over

USG People maakt bekend dat zij 51% van de aandelen van Netwerven heeft verworven.

Logistiek Social media

Met het meerderheidsbelang in Netwerven wil USG People haar positie in online recruitment versterken.

Social referral recruitment
Netwerven is een Nederlandse onderneming die werkgevers helpt bij activiteiten op de scheidslijn tussen het effectief inzetten van online recruitment en online marketing. Netwerven levert onder meer de social referral recruitment tool Refurls, een oplossing waarmee bedrijven de sociale netwerken van hun medewerkers en contacten kunnen inzetten om nieuwe medewerkers te werven.

Netwerven: 'versnelde ontwikkeling'
'Netwerven gaat met USG People een versnelde ontwikkeling tegemoet, waarbij wij zelfstandig blijven opereren vanuit onze vestiging in Amsterdam. We blijven werken aan de uitgestippelde roadmap van onze portfolio, alleen zal de impact in de markt nog veel groter worden, zegt Jan Peter Tulp, directeur van Netwerven op hun website.

Machiel Dam

NBBU: principeakkoord ABU en bonden ‘verrassend en kansrijk’

NBBU reageert 'verrast' op het principe-akkoord over de vernieuwde cao voor uitzendkrachten dat de ABU en FNV vandaag openbaar hebben gemaakt. NBBU ziet hierin 'aanknopingspunten' om de NBBU cao verder te moderniseren.

NBBU: principeakkoord ABU en bonden ‘verrassend en kansrijk’

De cao-afspraken die de ABU vandaag bekendmaakte verschillen nauwelijks met die van de NBBU, maar die weigerde de FNV te tekenen, stelt NBBU-hoofdonderhandelaar Bart-Jeroen Croll. 'Het gaat dan vooral om de afspraken over korte contracten, ook wel 0-uren contracten genoemd. Een half jaar geleden lagen vrijwel dezelfde afspraken op de NBBU onderhandelingstafel maar toen wilde de FNV er niet aan.'

Inlenersbeloning
Daarmee ziet Croll direct ook kansen: 'Deze afspraken geven ons aanknopingspunten en de mogelijkheid om de komende periode de NBBU-cao verder te moderniseren met arrangementen die toekomstbestendig zijn bij de toenemende flexibilisering van de economie', aldus Croll. Hij geeft aan een positief gevoel te gebben over de nieuwe ABU-cao. 'Dit is een beweging richting de NBBU-cao. Wij staan al jaren voor het toepassen loonverhoudingsvoorschrift in combinatie met meer flex.'
In de NBBU-cao voor Uitzendkrachten is het al 19 jaar geregeld dat uitzendkrachten vanaf dag één hetzelfde loon krijgen als de medewerkers in vaste dienst (inlenersbeloning).

De huidige NBBU-cao voor Uitzendkrachten loopt tot juni 2019 en geldt voor 180.000 uitzendkrachten die door de 900 NBBU-leden bemiddeld worden.